Wijk in Amsterdam Oost In Betondorp, officieel tuindorp Watergraafsmeer genaamd werd voor het eerst in Amsterdam geëxperimenteerd met betonbouw. Het project omvat circa 2000 woningen, waarvan de helft in traditionele baksteenbouw werd uitgevoerd en het resterende deel in tien verschillende betonsystemen. De twee belangrijkste architecten die voor de ontwerpen in beton aangetrokken werden, waren de Haarlemse architect J.B. van Loghem en D. Greiner, die ook verantwoordelijk was voor de stedebouwkundige aanleg van de Brink. In het centrum van Betondorp ligt de rechthoekige Brink vanwaar vijf straten straalsgewijs in verschillende richtingen voeren. Zoals gebruikelijk bij tuindorpen bevinden zich hier alle denkbare buurtvoorzieningen zoals winkels, een bibliotheek en een verenigingsgebouw. Het dorpse karakter wordt verder benadrukt door de betrekkelijk smalle straten en tuintjes en de overwegend lage woonbebouwing. In het noordelijk deel van het dorp kwam bakstenen bebouwing voor 'Eigen Haard' en de 'Algemeene Woningbouw Vereniging Amsterdam' tot stand, naar ontwerp van Jan Gratama (1877-1947) en G. Versteeg. Hier zijn huizen voorzien van met pannen gedekte zadeldaken. De schaal is klein en rond de pleintjes wordt hier en daar hofachtige bebouwing gevonden. De stijl van een belangrijk deel van Betondorp is dan ook verwant aan die van de Amsterdamse School. Tegenwoordig wordt Betondorp gezien als een onderdeel van de Ring '20-'40. De door van Loghem ontworpen delen zijn echter aanzienlijk strakker. Daarin is duidelijk een aanzet tot de Nieuwe Zakelijkheid waar te nemen. De architecten van dit idyllische tuindorp liepen ver vooruit op stedebouwkundige en architectonische ontwikkelingen. "Mokum" font ontworpen door Richard Keijzer |